1. Hoofdletters
2. Tussenletter
3. Aan elkaar of streepje?
4. Apostrof
5. Accenttekens
6. Trema
7. Werkwoorden
8. Uit het Engels
9. Verkleinwoorden
10. Symbolen en afkortingen
11. Telwoorden
12. Nieuwe woorden
13. Tenslotte
14. 100 x foute spelling
15. Gewijzigde woorden

REGEL 1

De delen van een samenstelling of afleiding schrijf je aan elkaar vast.
  • duikbril, vrijemarkteconomie, socialezekerheidsbeleid, hogedrukreiniger, lawaaierigheid

--> Als een samenstelling een onduidelijk woordbeeld oplevert, mag je een streepje gebruiken.

  • popopera of pop-opera
  • identiteitschip of identiteits-chip
  • gelijkekansenbeleid of gelijkekansen-beleid

--> Een driedelige samenstelling schrijf je in één woord als het eerste deel bij het tweede deel hoort, en die twee delen samen een soortaanduiding vormen bij het derde deel.

  • korte baanwedstrijd = de baanwedstrijd is kort
  • kortebaanwedstrijd = het gaat om een wedstrijd op de korte baan
  • Zo ook: langetermijnplanning, middellangeafstandsraket


REGEL 2

Een samenstelling met een eigennaam, schrijf je aan elkaar. Een meerledige naam behoudt de spaties.

  • de Nobelprijs, het Microsoftprogramma, het Emile Verhaerenmuseum, de Rode Kruispost, het Middellandse Zeegebied, een New Orleanstrip


REGEL 3


Om klinkerbotsing in een samenstelling te vermijden, schrijf je een streepje.

Klinkerbotsing = het naast elkaar staan van twee klinkerletters die als één klank kunnen worden gelezen, terwijl dat niet de bedoeling is.

  • zo-even (oe)

Welke klinkers kunnen botsen?

a-a na-apen

a-e gala-evenement

a-i camera-instelling

a-u gala-uniform

e-e zee-egel

e-i luxe-industrie

e-u luxe-uitvoering

i-e ski-evenement

i-i sproei-installatie

o-e zo-even

o-i foto-impressie

o-o radio-onderdeel

o-u radio-uitzending

u-i bureau-inhoud

u-u reçu-uitgifte

--> Om klinkerbotsing te vermijden in niet-samengestelde woorden of afleidingen, schrijf je een trema.

--> Afleidingen met een voorvoegsel van Griekse of Latijnse oorsprong krijgen in geval van klinkerbotsing geen trema maar een streepje.

aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-, co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-, extra-, giga-, intra-, loco-, macro-, micro-, mini-, mono-, multi-, neo-, para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-, quasi-, re-, retro-, semi-, socio-, supra-, tri-, ultra en vice-.

  • anti-intellectueel, bio-industrie, macro-economisch, pre-electoraal,socio-economisch.

Als er geen sprake is van klinkerbotsing, schrijf je het voorvoegsel vast aan het volgende woord.

  • antiliberaal, biovoeding, locoburgemeester, proactief, pseudowetenschappelijk, sociocultureel, supranationaal, vicevoorzitter
REGEL 4

Tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling schrijf je een streepje.
  • het Brits-Franse bedrijf, een zwart-witfoto, de nek-aan-nekrace, het woon-werkverkeer

--> Als een samenstelling van twee adjectieven in principe niet omkeerbaar is, schrijf je de twee aan elkaar vast.

  • privaatrechtelijk (rechtelijkprivaat kan niet)
  • liberaal-democratisch (democratischliberaal kan ook)

christendemocratisch (democratischchristen kan niet)

--> Een adjectief met beroepsnaam schrijf je los.

  • klinisch bioloog, sociaal psycholoog, scheikundig ingenieur

--> Als de samenstelling bestaat uit gelijkwaardige delen of een woordgroep zonder extra grondwoord, schrijf je tussen alle delen een streepje.

  • het kruidje-roer-mij-niet, de hinkstap-sprong, een sta-in-de-weg

Als er wel nog een grondwoord is, schrijf je de laatste twee delen aan elkaar vast.

  • de doe-het-zelfzaak, een negen-tot-vijftype


REGEL 5

Als een samenstelling eindigt op een naam, schrijf je voor de naam een streepje.

  • de regering-Verhofstadt, de wet-Lejeune, het proces-Van Noppen, het plan-Delors


REGEL 6

Als een samenstelling meer dan één anderstalig deel heeft, schrijf je streepjes tussen de anderstalige delen.

  • ad-hoccommissie, in-vitrofertilisatie, human-resourcesmanagment


REGEL 7

Voor of achter een cijfer, een aparte letter of een symbool schrijf je een streepje.

  • 80-jarige, A4-formaat, x-stralen, het &-teken

--> Als een woord wordt gevolgd door een letter of cijfer om een categorie aan te geven, gebruiken we een spatie.

  • formule 1 (formule 1-race), top 10 (top 10-lijst), hepatitis B (hepatitis B-besmetting)


REGEL 8

Voor of achter een initiaalwoord schrijf je een streepje.

  • tv-kijken, kleuren-tv, pc-netwerk

--> Een letterwoord schrijven we in een samenstelling vast, tenzij het met een of meer hoofdletters wordt geschreven.

  • aidspatiënt, petfles, remslaap, CAT-scan


REGEL 9

Na een bijzondere voor- of nabepaling gebruiken we een streepje.

Met zelfnoemfunctie (een woord dat naar zichzelf verwijst):

  • ik-roman, het-woord, jij-vorm

Met de elementen:

niet-, non-, bijna-, oud-, ex-, aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-, assistent-, collega- of meester-

-generaal, -president, -testamentair, -verbaal, -militair

Sint- of St.-

  • niet-roker, oud-burgemeester, substituut-procureur, collega-journalist, interim-leraar, directeur-generaal, proces-verbaal, Sint-Jozef, St.-Anna

--> Oud- schrijf je vast als het niet de betekenis 'voormalig' heeft.

  • oudpapierprijs