1. Hoofdletters
2. Tussenletter
3. Aan elkaar of streepje?
4. Apostrof
5. Accenttekens
6. Trema
7. Werkwoorden
8. Uit het Engels
9. Verkleinwoorden
10. Symbolen en afkortingen
11. Telwoorden
12. Nieuwe woorden
13. Tenslotte
14. 100 x foute spelling
15. Gewijzigde woorden
 

Het algemene principe is dat de regels voor de tussenletters -e of -en alleen gelden voor samenstellingen waarvan het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is.

  • Dus: hartenwens (hart + wens =samenstelling), harteloos (hart + loos = afleiding)
  • spinnenweb (spin + web = zn + zn), spinnewiel (spinnen + wiel = werkwoord + zn)
REGEL 1

Als het eerste deel geen meervoud heeft, schrijf je -e.
  • rijstebrij, tarwebrood, gerstenat
REGEL 2

Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -s, schrijf je -e.
  • campagneleider, etalagepop, modehuis
REGEL 3

Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -(e)n, schrijf je -en.
  • berenmuts, paddenstoel, stemmentrekker, sagenbundel, zedenles
REGEL 4

Als het eerste deel een meervoud heeft op -(e)n én op -s, schrijf je -e. Maar als het eerste deel in het enkelvoud niet eindigt op -e, schrijf je -en.
  • gedachtegoed, secondelang, ziekteverzuim, ambtenarenstatuut

--> Als het eerste deel een versterkende betekenis heeft en het geheel een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je -e.

  • beregoed, reuzeleuk, stekeblind

--> Als het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die uniek is, schrijf je -e.

  • zonnebril, maneschijn, helleveeg, Koninginnedag, Onze-Lieve-vrouwekerk

--> Als het eerste deel een vrouwelijke nevenvorm is die bestaat uit het grondwoord plus -e, dan gaan we voor de regels uit van het (mannelijke) grondwoord.

  • agent + snor = agentensnor
  • agente + uniformrokje dus: agent + uniformrokje = agentenuniformrokje
  • adolescente + behaatje dus: adolescent + behaatje = adolescentenbehaatje

--> Bij versteende samenstellingen, waarbij je de delen niet meer als afzonderlijke woorden herkent, schrijf je -e.

  • bakkebaard, bruidegom, bullebak, kattebelletje, kinnebak, ruggespraak

REGEL 5

Als je tussen de delen van een samenstelling een 's' hoort, schrijf dan een 's'.

  • bestuursorgaan, gezelschapsdame, oorlogsmisdadiger

--> Als het rechter deel van de samenstelling met een sisklank begint, schrijf je alleen een extra 's' als je ook een 's' hoort wanneer je dat rechter deel vervangt door een woord zonder sisklank.

  • rechtszaak want: rechtsbijstand
  • welzijnszorg want: welzijnswerk

--> Sommige samenstellingen kun je zowel met als zonder tussenletter 's' uitspreken en dus ook schrijven.

  • drughandel/drugshandel
  • geluidhinder/geluidshinder

--> Bij sommige woorden duidt de tussenletter 's' op een betekenisverschil:

  • waternood (gebrek aan water)
  • watersnood (overstroming)