1. Hoofdletters
2. Tussenletter
3. Aan elkaar of streepje?
4. Apostrof
5. Accenttekens
6. Trema
7. Werkwoorden
8. Uit het Engels
9. Verkleinwoorden
10. Symbolen en afkortingen
11. Telwoorden
12. Nieuwe woorden
13. Tenslotte
14. 100 x foute spelling
15. Gewijzigde woorden

REGEL 1

Het eerste woord van een zin schrijf je met een hoofdletter.
  • Morgen valt de regering. E-mail heeft steeds meer succes. Cd's worden vaak gekopieerd.

--> Als de zin met een apostrof begint, dan krijgt het tweede woord een hoofdletter. Na een cijfer of symbool volgt geen hoofdletter.

  • 's Avonds drink ik nooit koffie. 9/11 staat bij iedere Amerikaan in het geheugen gegrift. @ spreek je uit als 'at' of 'apenstaartje'.


REGEL 2

Als algemeen principe geldt dat je een eigennaam met een hoofdletter schrijft en een soortnaam met een kleine letter.


Een eigennaam verwijst naar één unieke persoon ('Eddy Merckx'), zaak ('Verenigde Naties') of plaats ('Brussel').

Een soortnaam verwijst naar een persoon ('wielrenner'), zaak ('organisatie')of plaats ('stad') waarvan er meer dan één zijn.


REGEL 3

De voornaam en de familienaam van een persoon schrijf je met een hoofdletter.

  • Thomas, Peter Paul Rubens, Johan Vande Lanotte, Annie M.G. Schmidt

--> Voor namen met voorzetsels of lidwoorden bestaan er twee systemen:

In Vlaanderen worden die altijd geschreven zoals ze in het geboorteregister staan vermeld.

  • Paul Van Ostaijen, mevrouw A.De Decker, de heer De Jong

In Nederland krijgt het voorzetsel of lidwoord van een familienaam een hoofdletter, behalve als er een voornaam of voorletter aan vooraf gaat.

  • Vincent van Gogh, mevrouw A. de Decker, de heer De Jong


REGEL 4

Een persoonsnaam die soortnaam is geworden (d.w.z. die niet meer naar één unieke persoon verwijst) schrijf je klein.

  • de ware jakob, een echte don juan, wie is vanavond bob?

--> Persoonsnamen voor merken en kunstwerken ('producten van creativiteit') behouden hun hoofdletter.

  • een rode Ferrari, een nieuwe Rubens, een originele Stradivarius, een prachtige Chaplin


REGEL 5

Afleidingen van persoonsnamen schrijf je met een kleine letter.

  • een felliniaanse droom, een kafkaiaanse situatie, een victoriaanse moraal


REGEL 6

Samenstellingen met persoonsnamen behouden hun hoofdletter, behalve als de naam niet meer duidelijk naar de persoon verwijst.

  • een Hitchcockthriller, een Vondelstuk, een Nobelprijswinnaar
  • een pyrrusoverwinning, röntgenstralen, het dopplereffect


REGEL 7
Namen van personen en zaken die als heilig worden beschouwd, schrijf je met een hoofdletter.

  • God, Allah, Christus, de Heilige Geest, Onze-Lieve-Heer, het Koninkrijk Gods

--> In de Bijbel staan veel erotische passages. (= de tekst). In veel hotelkamers ligt een bijbel. (= een exemplaar)


REGEL 8

Een aardrijkskundige naam schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen en afleidingen.

  • België, Antwerpen, Noordzee, Andesgebergte, New Yorker, Zuid-Amerikaanse wijn, Saudi-Arabische sjeiks

--> Ook planeten, hemellichamen en sterren(-beelden) krijgen een hoofdletter.

  • Jupiter, de Poolster, de Grote Beer
  • Maar: de aarde, de zon en de maan

Een windstreek krijgt een kleine letter. Als er een politiek of economisch gebied mee bedoeld is, schrijven we een hoofdletter, maar niet in de afgeleide vorm van het woord.

  • De zon gaat onder in het westen. Het Westen belooft meer hulp. De westerse beschaving heeft ook veel onheil aangericht.

--> De naam van een bevolkingsgroep of een lid daarvan krijgt een hoofdletter, ook als hij niet van een land- of streeknaam is afgeleid.

  • een Brit, Walen, Arabieren, Palestijnen, Azteken, Inca's, Eskimo's
  • Maar: zigeuner, indiaan, zwarte(= 'overkoepelende of raciale term')
  • Maar: Jood (= lid van een volk) of Joden en Palestijnen, jood (= aanhanger van een godsdienst), joden en moslims.


REGEL 9

De naam van een taal of een dialect schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen en afleidingen.

  • Nederlands, Hindi, Hasselts, Cockney, Standaardnederlands, Verkavelingsvlaams, Nieuwgriekse literatuur, Franstalige politici

--> Een taalnaam die is afgeleid van een samengestelde aardrijkskundige naam, behoudt de oorspronkelijke schrijfwijze.

  • West-Vlaams, Zuid-Nederlands, Puerto Ricaans, Brits-Engels, Zwitsers-Duits


REGEL 10

De naam van een historische gebeurtenis of van een feestdag schrijf je met een hoofdletter.

  • de Brabantse Omwenteling, het Congres van Wenen, de Oktoberrevolutie
  • Kerstmis, Nieuwjaar, Moederdag, de Dag van de Arbeid

--> Kerstmis maar: kerstdag, kerstboom
Pasen maar: paashaas, paasfeest
Nieuwjaar maar: nieuwjaarsdag


REGEL 11

Namen van tijdperken, stromingen (cultureel, maatschappelijk, religieus, artistiek) en kalenderaanduidingen schrijf je met een kleine letter.

  • het pleistoceen, de ijstijd, de middeleeuwen, de verlichting (= aufklärung)
  • de renaissance, het socialisme, het calvinisme, het kubisme
  • zondag, december, de zomer, de sabbat


REGEL 12

De namen van instellingen, organisaties, bedrijven, merken en gebouwen schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen met die namen.

  • De Raad van State, de Wereldhandelsorganisatie, Google, Esso, het Atomium, de Kamerfractie

--> De regel geldt alleen voor eigennamen. Soortnamen krijgen een kleine letter.

  • Hof van Cassatie (eigennaam) maar: hof van beroep (soortnaam)
  • het Vlaams Parlement (eigennaam) maar: leden van het Vlaamse en het Waalse parlement (parlement = soortnaam)
REGEL 13

De titel van een boek, theaterstuk, film, tv-programma, tentoonstelling, publicatie of prijs schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen.
  • De erfenis van Eszter, Koning Lear, Het zevende zegel, De slimste mens, Cloaca, De Tijd, de Hamletvertolking, de Oscaruitreiking


REGEL 14

Namen van functies en titels schrijf je met een kleine letter.

  • koning, paus, president, bondskanselier, de minister van Financiën